Aan de slag met Beter Benutten
menu
Martje Wedman

‘In de regio’s zijn succesvolle werkgeversnetwerken opgebouwd’

‘Werkgevers kunnen het gedrag van hun werknemers beïnvloeden. Daarom pakken we binnen het programma Beter Benutten mobiliteitsvraagstukken samen met bedrijven aan. Dat heeft onder meer geleid tot twaalf regionale netwerken van ondernemingen,’ zegt Martje Wedman, trekker van de werkgeversaanpak van Beter Benutten.

De werkgeversaanpak wordt bewust regionaal uitgevoerd, omdat iedere regio anders is: wat in Groningen werkt, werkt niet in Maastricht. Zo heeft elke regio zijn specifieke bedrijfscultuur en hebben bedrijven vooral een regionale binding.

Oplossingsrichtingen

‘Als je fileknelpunten analyseert, zie je dat daar grotendeels forenzen in staan’, vertelt Martje. ‘Als je dat weet, kom je bij een aantal bedrijven in de omgeving terecht. Zo’n bedrijf kan zijn medewerkers wijzen op alternatieven, zoals het openbaar vervoer, de fiets of thuiswerken. Het verschilt per bedrijf en zelfs per medewerker welke oplossing het beste werkt. Wij proberen in elk geval zo goed mogelijk bij de belangen van een bedrijf en de situatie van de medewerkers aan te sluiten.’

Aanpak groeit door

Met het platform Slim Werken Slim Reizen was er voor Beter Benutten al ervaring met de werkgeversaanpak opgedaan. Martje: ‘Je ziet nu dat onze aanpak doorgroeit. In de meeste regio’s zijn grote, succesvolle en duurzame netwerken opgebouwd. Zo zijn in de regio Midden-Nederland inmiddels meer dan 300 bedrijven aangesloten. Het aantal bedrijven dat niet meedoet met Beter Benutten wordt steeds kleiner. Bereikbaarheid is meestal niet een primair doel van een bedrijf, maar duurzaamheid of vitaliteit wel. Bovendien hebben de wat kleinere bedrijven hiervoor vaak weinig capaciteit: ze doen het erbij. Een netwerk met kennis en contacten is daarom voor die bedrijven heel handig.’

Toekomst

Toch valt er volgens Martje nog wel wat te winnen. ‘Want wat gebeurt er als het programma ophoudt te bestaan? We zetten nu bijvoorbeeld vaak mobiliteitsmakelaars in als schakel tussen bedrijven en de markt van mobiliteitsdiensten. Bedrijven weten die markt vaak slecht te vinden, omdat het niet hun corebusiness is. Mobiliteitsmakelaars kunnen daarbij helpen. Maar als die wegvallen is het de vraag of bedrijven in beweging blijven. In Rotterdam probeert men met de Marktplaats voor Mobiliteit een brug te slaan tussen vraag en aanbod. Maar je ziet ook daar dat het nog niet vanzelf gaat.’

Martje Wedman