Aan de slag met Beter Benutten
menu
Klaartje Arntzen
icon-fiets

‘Zonde dat we niet nog veel meer fietsen!’

‘De fiets leent zich uitstekend voor ons mobiliteitssysteem, vooral in stedelijke gebieden. Fietsen is snel en aantoonbaar gezond. De fiets is bovendien betrouwbaar en neemt weinig ruimte in beslag. Maar we benutten ’m nog niet genoeg. Het is eigenlijk zonde dat we niet nog veel meer fietsen.’

Dat zegt Klaartje Arntzen, themacoördinator Fiets van het programma Beter Benutten. ‘Meer dan de helft van alle autoritten is korter dan 7,5 kilometer; een afstand waarvoor je prima een fiets kunt nemen en die de meeste fietsers ook acceptabel vinden. Dankzij de opkomst van de elektrische fiets neemt de actieradius verder toe. Fietsen levert gezondheidswinst op. Want mensen die regelmatig bewegen zijn minder vaak ziek, wat interessant is voor werkgevers. De gezondheidswinst zit ’m ook in betere luchtkwaliteit; een fiets stoot immers geen koolstof, stikstof en fijnstof uit.’

Intrinsieke motivatie

Fietsen draagt ook bij aan spitsontlasting en daarmee aan betere bereikbaarheid, vertelt Klaartje. ‘Op dat terrein is er binnen Beter Benutten veel gedaan. In de regio’s wordt fors ingezet op fietsprojecten. Denk aan het stimuleren van werknemers om met de fiets naar hun werk komen. Vaak worden zij in eerste instantie extern gemotiveerd met beloningen, wedstrijdvormen en feedback. Die externe motivatie verandert gedurende het project in een meer intrinsieke motivatie (gezondheid, betrouwbare reistijd). Verder kun je denken aan het verbeteren van fietsverbindingen en ontbrekende schakels hierin, waardoor de route korter of aantrekkelijker wordt: een bruggetje hier, een stukje fietssnelweg daar. Een andere manier om de verkeers- en parkeeroverlast tegen te gaan is P+Fiets: je auto parkeren aan de rand van de stad en dan verder met de fiets.’

Rode draad

‘Door al deze projecten heen proberen wij de rode draden te ontdekken’, aldus Klaartje. ‘Wat werkt? Wat leren we ervan? Hoe kunnen we die kennis uitwisselen en in nieuwe projecten gebruiken? Zo komen we bijvoorbeeld meer te weten over gedragsverandering of over de positie van de fiets in de vervoersketen. Ook fietsdata spelen een belangrijke rol om te kunnen inschatten of we met fietsbeleid op het juiste spoor inzetten. Maar die staan nog in de kinderschoenen: er zijn maar weinig gegevens beschikbaar over daadwerkelijke fietsverplaatsingen. De Nationale Fiets Telweek, waaraan we vanuit Beter Benutten ook een actieve bijdrage leveren, fungeert als vliegwiel en vormt een belangrijke aanzet om meer over fietsers te weten te komen: hoe, hoe snel en wanneer verplaatst men zich op de fiets? Waar doen zich vertragingen voor? Decentrale overheden hebben veel behoefte aan dit soort gegevens. Als we meer inzicht hebben in de fiets(er), kunnen projecten beter worden onderbouwd en worden de financiële middelen efficiënter ingezet.’

Klaartje Arntzen